AANGEBOREN AUTOGEKTE
Oplettende lezers kennen hem al van eerdere fotoreportages van het Volvodrive Treffen en de Volvo Klassiekerbeurs, maar toch zetten we hem vandaag in de schijnwerpers: Stijn Brouwer. Zoontje van Marinus, de gepassioneerde autopoetser die een glansrijke carrière heeft opgebouwd. Nu gaat alle aandacht echter uit naar de jongste telg, die samen met pa in januari 2024 InterClassics bezocht.
“Mijn vader had een klein werkbezoekje aan InterClassics in Maastricht gepland en ik mocht mee”, aldus junior. “Konden we er gelijk een mooi vader-zoonweekend van maken. Zelfs met een V70 R duurt zo’n tripje vanuit Kampen naar het zuidelijkste puntje van Limburg zo’n tweeënhalf uur. In Zweden, waar we nog niet zo lang geleden op vakantie waren, stelt zo’n afstand niet zoveel voor, maar voor Nederlandse begrippen betekent dat toch een eindje karren. Eenmaal in Maastricht aangekomen zocht mijn vader eerst een veilig heenkomen voor zijn zwarte R, want dat is een beetje een dingetje van hem. Als er ook maar enig risico op een krasje of parkeerdeukje bestaat, zit hij die dag niet lekker in zijn vel en zou het vader-zoonweekend zo maar een heel andere kant op kunnen gaan. Als je hem laat kiezen: in een parkeergarage staan of voor 16,50 euro achter een slagboom met bewaking erbij, dan is voor hem de keuze snel gemaakt. “Hallo slagboom en hallo mannetje'”
HONDJES
“Eindelijk konden we de V70 R met een gerust hart achterlaten en via de hoofdingang het MECC binnenwandelen”, vervolgt Stijn Brouwer. “Ik kreeg al snel in de gaten dat het evenement een kleurrijk gezelschap trok, met bezoekers van diverse pluimage. Van heren in driedelig pak en dames in sjieke avondjurken tot mensen in vintage kleding of gewoon casual, zoals wij. Een bijzondere entourage met zelfs vele hondjes die kennelijk ook een uitnodiging hadden gekregen, al dan niet vervoerd in een dure handtas of, nog erger, een wandelwagentje. Zo’n beestje is natuurlijk reuze belangrijk bij het maken van de juiste keuze, past het wel of niet bij deze auto? Ik had al snel door dat het hier vandaag niet alleen kijken en handelen betrof. Bekeken worden bleek voor sommigen veel belangrijker. Ben je hier, zoals ik, nog niet eerder geweest? InterClassics bevat enkele grote hallen met bijzondere klassiekers en daaromheen veel stands met ondersteunende producten, zoals detailing, waar mijn pa’s interesse ligt. Verder automobillia in de vorm van miniaturen en brochures, restaurateurs en uiteraard tal van clubs, waaronder de Volvo Klassieker Vereniging. Mijn vader appte meteen bij binnenkomst een eerste indruk naar belangstellenden, die wisten dat we hiernaartoe zouden gaan. Hij kreeg meteen berichten terug: ‘Ik zie geen auto’s. Zijn jullie wel op de goede beurs?’ Waarna hij reageerde: ‘Nee, kunst… Het ziet hier zwart van de mensen.'”
NIET AANKOMEN
“Terwijl pa zich oriënteerde waar we als eerste naartoe konden gaan, tikte iemand op zijn schouder.” “En Marinus, zijn ze naar je zin gepoetst?” “O nee”, dacht ik nog, “zijn we tweeënhalf uur van huis en komen toch weer bekenden tegen”. Mijn vader kende de schoudertikkers van de Stichting Zozijn en zij hadden vrouw en kinders thuisgelaten om samen in alle rust de beurs over te gaan. “Dat had ik me ook zo voorgesteld”, lag voor in mijn mond om te zeggen, maar gelukkig kon ik dat op tijd inslikken. Na een kort beleefdheidsgesprek vervolgden we onze weg. “Bitte nicht berühren”, “Please don’t touch”, “Niet aankomen a.u.b.”, “Non Toccare”, stond bij bijzondere auto’s geschreven. “Dat begreep ik wel, want de neiging om zo’n exotisch exemplaar toch even een aai te geven was groot. Een eigenaar van zo’n exclusieve auto zit natuurlijk niet te wachten op een lading vette vingers of, nog erger, krassen. Als zoon van een detailer, zoals dat tegenwoordig zo mooi heet, snap ik dat natuurlijk als geen ander. Sommige klassiekers die ik op Interclassics zag, hadden overigens prijzen van minimaal vijf eengezinswoningen. Wacht ik geef je een paar voorbeelden: een knalrode Ferrari F40, een Lamborghini Countach en een line-up van race- en sportwagens van Ford, van de Quadricycle uit 1896 tot de GT Liquid Carbon uit 2021.”
LELIJKSTE YOUNGTIMER
Niks Zweeds om te noemen? “Jawel, naast een niet te versmaden, geinige Duett een auto waarvan ik al wist dat ‘ie er zou staan: een P1900, die volgens mijn vader ooit in het bezit is geweest van Volvo-verzamelaar Guy Vermant, toen nog beige van kleur. Nu in het bezit van Albion Motorcars van Coen Poschet uit het Belgische Temse, die hem liet terugbrengen in zijn originele lichtblauwe kleur en enkele eurootjes bij het prijskaartje optelde. Van dit model zijn er slechts 67 gemaakt, waarvan dit nummer 65 betrof. In het museum in Göteborg vind je een witte met chassisnummer 1. Verderop stond ik oog in oog met een Volkswagen Polo Harlekin. Gaaf! Men neme vier auto’s in vier verschillende kleurtjes, waarvan het dak en het casco de basistint hebben en waarbij de motorkap, bumpers, deuren, achterklep en voorschermen in de blender zijn gegooid. Zelfs het interieur is bekleed met een stof waarin alle kleuren terugkomen. In de volksmond wordt deze kameleon “de lelijkste youngtimer” genoemd, maar ik vind het toch wel van durf getuigen dat een fabrikant zo’n bonte uitvoering op de markt bracht en dat iemand deze 27 jaar later op InterClassics liet zien. Ik stuurde voor de grap een foto naar mijn moeder met de vraag: “Zou jij hierin willen rijden?” “Nee, écht niet”, appte ze terug. We maakten een foto als herinnering en liepen verder.
OPPAS
“Aangezien er meerdere klanten van mijn vader op deze beurs stonden, ontkwamen we er niet aan om even als oppas dienst te doen, toen één van hen weg moest voor een broodnodige plaspauze”, lacht Stijn Brouwer. “Terwijl pa zich verdienstelijk maakte om met een doek wat Maastrichtse stofjes weg te poetsen, vertelde ik de bezoekers dat de juiste contactpersoon zich zo weer zou melden. Tegen de tijd dat de klant weer terug was, rolde ik zo in een gesprek met belangstellenden die gezellig bij “onze” stand bleven plakken. Met de introductie “de eigenaar van deze snoepwinkel is weer aanwezig”, introduceerde ik hem in het gesprek. Mijn camera maakte deze dag overuren en ik voelde me als een vis in het water. Ik begrijp dat je als 13-jarige nog niet als serieus wordt beschouwd, omdat ze weten dat je geen miljoentje te besteden hebt om een leuke auto aan te schaffen. Intussen weet ik als autospotter wel donders goed waarover het gaat, zelfs vaak tot in het allerhoogste segment. Het was een geweldig evenement om mee te maken en zeker om dit samen met mijn vader te doen. Geen idee of zijn klanten veel hadden verkocht, maar achteraf begreep ik dat er qua belangstelling niks te klagen viel voor de deelnemers. De data van volgend jaar staan alvast in mijn agenda, want ik ben erbij. Dat dien ik alleen nog even met pa af te stemmen, want die moet wel rijden.”
( Artikel | Volvodrive Magazine | nr. 78 / 2024 )