NIET MOEILIJK DOEN ALS HET OOK MAKKELIJK KAN
Bijna ieder dorp of stad heeft een plek waar ouderen elkaar graag treffen. U kent dat vast wel. Als u achter het Stedelijk Museum Kampen langsloopt, ziet u bij ons ook zo’n groepje. Om precies te zijn naast Café de Unie, tussen twee zebrapaden in, met uitzicht aan de ene kant op de IJssel en de Stadsbrug en de schepen aan de kade en aan de andere kant op de achterdeur van Het Stedelijk Museum Kampen. Met een diagonaal inkijkje naar de Plantage. Op deze plek trof ik al weer een flinke poos geleden een aantal dames en heren vanaf een jaar of 75, schat ik zo. Een paar zitten op de bankjes, er hangt iemand op de scooter, weer een ander leunt op zijn fiets, een paar anderen staan geparkeerd in hun scootmobiel. Vaak zit er dan nog gezellig een hondje bij, of een paar hondjes. Er wordt gerookt. Soms een pijp. Vaak sigaren of ook gewoon shaggies. Ik weet dit omdat ik toevallig daar een voorbijgaande klassieker stond na te kijken. Daarna heb ik er nog wel eens vaker gestaan. Gewoon even er bij gaan staan. Met als gevolg dat ik hier wat praktische kennis opdeed wat betreft zowel het Kamper als het landelijk nieuws. Vergeef me mijn poging om het Kampers dialect wat ik daar opving zo goed mogelijk op te schrijven.
“Het nieuwe zwembad éft gene kaartjesverkoper. Moet het zwembad nou dichte? Welnee, op het treinstation kan oe toch ook ‘n kaartje kop’n zonder kassajuf. De eikenprocessierups in Kampen: Gewoon uitrok’n en opvang’n! Bur’ndag: Niet nodig die ‘elp oe gewoon standaard. Punt.” Ik presenteer u: “Het schaduwcollege van B en W”! Men doet hier niet moeilijk als het ook makkelijk kan. Het is geinig te ervaren hoe de Kamper- en/of streekproblematiek hier soms in één zin wordt getroffen of in één middag wordt opgelost. Helaas zie ik al zo ongeveer sinds de intrede van corona weinig tot geen mensen meer op de vaste hangplek.
Ik merk dat ik steeds naar een goede reden zoek stiekem even langs te lopen en te kijken of er tussen de bedrijven door (op anderhalve tot twee meter afstand) alweer gezellig wordt gekeuveld daar. Helaas ziet de hangplek er nog leeg en verlaten uit. Of loop ik ze toevallig steeds mis? Ik mis ze, het clubje van de dag dat zo bij het Kamper straatbeeld hoort. Ik hoop dat het snel weer mogelijk is net als voorheen gezellig aan te schuiven bij onze plaatselijke denktank.
( Stadscolumn #23 | 20 januari 2021 )
“WÖÖR BIJ D’R ENE VAN?”
Dat hoorde ik toen ik net (1995) in Kampen woonde. “Wat zeggen ze nou?”, dacht ik eerst. Later zag ik het ergens staan. Aha, zo schrijf je dat dus op zijn Kampers. Als iemand van “buitenaf” wist ik ook niet precies wat men hiermee bedoelde. Nu weet ik het wel natuurlijk. Je ontwikkelt een “oor” voor het Kampers dialect als je hier wat langer woont. Inmiddels kan ik zeggen dat ik er “ene” ben van Passie. Ah denkt u misschien, dan heeft ie het toch niet goed begrepen. Jawel hoor! Bij gebrek aan een Kamper familiestamboom heb ik mijn bedrijf Passie voor Glans tot Kamper stamboom uitgeroepen.
De meeste autoliefhebbers weten wie ik ben en als ze het nog niet weten, moeten ze maar gauw mijn website verder bezoeken. Ik uutprakkezeer voor u regelmatig een mooi “stukkien” over Kampen, over auto’s en wat me verder nog te binnen schiet. De inspiratie komt vanzelf want in Kampen gebeurt genoeg!