LIESJE
Ik fietste in de stromende regen door de Hanzewijk. Ik reed langs haar. Zij was eenvoudig, had mooie doch simpele welvingen en was donker. Ik houd van donker. Op haar stevige achterkant droeg zij in knalroze letters de naam: Liesje! Vertederd fietste ik verder met een zware fietstas. Ik had het liefst willen stoppen om even een foto te maken van Liesje, maar ik was drijfnat van de regen en ik was al aan het zeulen met een zware tas op de fiets. Mijn nieuwe telefoon zou, hoe minimaal de fotosessie ook zou zijn, hoogstwaarschijnlijk kletsnat worden. Ik besloot door te fietsen en later terug te komen om Liesje op te zoeken voor een fotootje en toe te voegen aan mijn collectie; “autonamen”.
Een paar uur later was het eindelijk droog en vond ik het een goed idee Liesje al wandelend op te zoeken. Toen ik aankwam op de plaats waar Liesje had gestaan, was zij spoorloos. Zij was niet op mij blijven wachten. Een lege plek markeerde de plaats waar Liesje had gestaan toen ik haar voorbij reed. Misschien kwam Liesje niet eens uit Kampen en was zij alleen op bezoek bij vriend, vriendin of ouders of grootouders of zo, bedacht ik mij. Nou ja. Er zouden misschien wel weer andere “Liesjes’’ langskomen in de loop der tijd.
Misschien moet ik dit toch even aan u uitleggen. Ooit vroeg iemand aan mij: “Wat voor mensen komen er nou precies met hun auto bij jou langs voor detailing?” Ik flapte er meteen uit: “Mensen die hun auto een naam geven”. Dat is natuurlijk niet in alle gevallen zo, maar wat ik bedoelde, was mensen die hun auto niet alleen behandelen als een vervoermiddel dat ze van A naar B rijdt maar die ook met plezier hun auto onderhouden. Ze hebben vaak een band met hun auto. Soms geven ze hun auto dan een naam. Ik heb al een poos het idee, als ik wat meer tijd heb, eens wat verder in dit autonamen onderwerp te duiken. Totdat het zover is, verzamel ik vast informatie en anekdoten en foto’s ter illustratie van mijn onderzoek.
Enkele dagen later, toen ik met onze jongste zoon weer een stadsrondje liep, besloot ik toch nog eens door de Hanzewijk te lopen. En ja hoor. We troffen het. “Liesje was thuis.” Zij stond dusdanig geparkeerd dat haar lijnen mooi uitkwamen. Snel een fotootje gemaakt van de roze letters als documentatie. Keurig binnen de privacy regels natuurlijk. De jongste grinnikte: “Wel apart hoor pap. Helemaal hier heen lopen voor een zekere Liesje. Wat zou mam daar wel niet van vinden?!” Tja als je het zo stelde, bedacht ik dat ik straks heel wat uit te leggen zou hebben aan zijn moeder. Hij verklaarde vervolgens dat hij zo’n eenvoudige naam beslist wat vond hebben. “Als ik een auto krijg, geef ik ‘m ook een naam”, bedacht hij vast. Ik grinnikte. Ik zag hem al trots naast Jaguar of Volvo staan bij wijze van spreken alsof hij een leeuw had geschoten.
( Stadscolumn #22 | 6 januari 2021 )
“WÖÖR BIJ D’R ENE VAN?”
Dat hoorde ik toen ik net (1995) in Kampen woonde. “Wat zeggen ze nou?”, dacht ik eerst. Later zag ik het ergens staan. Aha, zo schrijf je dat dus op zijn Kampers. Als iemand van “buitenaf” wist ik ook niet precies wat men hiermee bedoelde. Nu weet ik het wel natuurlijk. Je ontwikkelt een “oor” voor het Kampers dialect als je hier wat langer woont. Inmiddels kan ik zeggen dat ik er “ene” ben van Passie. Ah denkt u misschien, dan heeft ie het toch niet goed begrepen. Jawel hoor! Bij gebrek aan een Kamper familiestamboom heb ik mijn bedrijf Passie voor Glans tot Kamper stamboom uitgeroepen.
De meeste autoliefhebbers weten wie ik ben en als ze het nog niet weten, moeten ze maar gauw mijn website verder bezoeken. Ik uutprakkezeer voor u regelmatig een mooi “stukkien” over Kampen, over auto’s en wat me verder nog te binnen schiet. De inspiratie komt vanzelf want in Kampen gebeurt genoeg!